Nieuwe projecten van Nocharí

In Nieuwsbrief 118 van september/oktober van vorig jaar schreven we over een nieuw project dat Nochari wilde uitvoeren met behulp van financiering door VIVOS. Het project was bedoeld ter ondersteuning van de kleine agrarische gemeenschap Cooperativa Pedro Joaquin Chamorro.

Kern van het project was het juridisch regelen van de eigendomsrechten van de grond die de gemeenschap al in gebruik had en vervolgens het binnen de gemeenschap verdelen van de grond voor bewerking en bebouwing In Nieuwsbrief 119 en 120 verhaalden we van de eerste voorbereidingen. Hoe werden de juridische garanties gewaarborgd en volgens welke procedure zou de verdeling plaatsvinden. Verdeling op persoonlijke titel was namelijk riskant. Door geldgebrek konden de mensen in de verleiding komen om hun stukje te verkopen. Op die manier zou de basis onder de gemeenschap alleen maar worden ondermijnd. Onder toezicht van Nochari hebben vertegenwoordigers van de families binnen de Cooperativa verschillende malen vergaderd. In april leek alles nog heel voorspoedig te verlopen. Zo gauw er eenstemmigheid was over de verdelingsprocedure kon de daadwerkelijk aanvang van het project plaatsvinden.

Helaas ging het onverwacht mis. Binnen de gemeenschap ontstonden opeens ernstige meningsverschillen gepaard met bedreigingen. Voor Nochari was dit reden om zich direct terug te trekken. Het heeft geen zin om een project door te zetten als het niet wordt gedragen door de doelgroep als geheel. In dat geval vormt een project alleen maar een voedingsbodem voor verdere escalatie van een conflict. VIVOS kan niet anders dan zich aansluiten bij het standpunt van Nochari. Geluk bij een ongeluk is dat het conflict al in een zeer vroeg stadium van de uitvoering van het project al naar boven kwam. Daardoor is de financiële schade zeer beperkt gebleven.

Nochari heeft vervolgens voor twee kleine projecten financiële ondersteuning bij VIVOS aangevraagd. Daarover had de ledenvergadering nog wel een aantal vragen; met name over de besteding van het geld op enkele onderdelen en over de precieze begrenzing. Een van de projecten vormt namelijk onderdeel van een groot project dat wordt gefinancierd door onder meer de Verenigde Naties. VIVOS werkt kleinschalig en het persoonlijke contact met de betrokkenen telt bij ons zwaar. Maar er is natuurlijk geen bezwaar tegen als een kleinschalig project wordt uitgevoerd binnen het kader van een groter geheel.

De activiteiten van de Verenigde Naties zijn in dit verband gericht op een verbetering van de zelfredzaamheid van basisgemeenschappen door middel van productie voor de lokale markt en de export. In dit kader heeft dit project ten doel om voor een beperkt groep deelnemers een door Nochari verzorgde opleiding te financieren over productietechnieken, kwaliteitsverbetering, organisatie en administratie.

Het tweede project behelst een verdere verbetering van de lokale medische voorzieningen voor de gemeenschap Bernardino Diaz Ochoa. Het gaat hierbij om de bouwkundige aanpassingen van een bestaand gebouw om te kunnen worden gebruikt als gezondheidscentrum. Behalve bouwmaterialen moeten ook een kantoormeubelen en -artikelen alsmede flessen en verpakkingen voor medicijnen worden aangeschaft. De planning is dat VIVOS in de ledenvergadering van 4 juli een beslissing kan nemen over het al of niet adopteren van deze twee projecten.

15 jaar VIVOS (3)

VIVOS bestaat in 2001 vijftien jaar. In deze periode is een hoop gebeurd met de inzet van tal van vrijwilligers. VIVOS probeert in de Nieuwsbrieven telkens een aspect van haar werk en ervaringen uit te lichten. In het vorige nummer gingen we in op de relatie met de gemeente Diemen. Deze keer gaan we in op onze belevenissen met de gemeente Nandaime.

De Diemenaren Gerard van Westrienen en Annemieke Karsch brachten in 1986 een bezoek aan de gemeente Nandaime. Via een ministerie in Managua wisten ze dat de burgemeester van dit stadje, Francisco Romero Mendez, interesse had in een ‘hermanamiento’, een vriendschapsband, met een buitenlandse gemeente. Het gemeentebestuur van Nandaime werd destijds ‘Junta de Reconstrucción’ (Raad van Wederopbouw) genoemd. Na de verdrijving van dictator Somoza in 1979 werden door de nieuwe Sandinistische regering overal in het land dergelijke gemeenteraden ingesteld. Zij moesten zo goed en zo kwaad de gemeentelijke dienstverlening vormgeven. Destijds hadden de gemeenten geen of nauwelijks inkomsten: er was geen Gemeentefonds en de gemeenten moesten zelf maar zien hoe ze aan hun middelen kwamen. Tijdens de Sandinistische regeringsperiode was de invloed van de staat en het collectief sterk. Een groot deel van de staatsbegroting ging naar defensie, het land verkeerde in een onverklaarde oorlog. Met steun van de regering Reagan vielen de ‘contras’ het land aan. Het economisch leven was gericht op overleven. Dit betekende dat de overheid, en dus ook de gemeentebesturen, weinig armslag hadden.

Toen in 1989 de volgende Diemenaren, Ben van den Camp en Peter Prins, Nandaime bezochten, was Francisco Romero Mendez tussentijds opgevolgd door de jonge en energieke Alberto Larios Morales, die de ontwikkeling van Nandaime een flinke injectie wilde geven. Hij ontving de Duits-Nederlands bouwbrigade die het jongerencentrum kwam renoveren, met groot enthousiasme. In vier weken werkten vijftien Europeanen aan een gebouw dat door de gemeente bestemd was voor de jeugd van Nandaime die weinig mogelijkheden had om zich te vermaken. In het door de regering-Reagan geboycotte land werd de solidariteit vanuit het verre Europa hoog gewaardeerd. Informeel ontwikkelde Ben van den Camp zich tot de leider van de brigade. Burgemeester Alberto Larios kende hem een hoge Sandinistische onderscheiding toe voor zijn inzet. Deze burgemeester bestuurde de gemeente niet vanachter zijn bureau. Op de laatste avond voor het openingsfeest laste hij eigenhandig de tralies voor de ramen van het jongerencentrum, dat een gewild object voor inbrekers was. De armoede was overal voelbaar.

Bij de verkiezingen van 1990, die onverwachts verloren werden door de Sandinisten, kwam de onbekende Envenor Murillo aan de macht. Hij was de kandidaat van de oppositionele UNO, een monsterverbond van vijftien partijen. Onder de UNO-regering zetten de nieuwe machthebbers de weg in van totale liberalisering van de economie. Onder druk van IMF en Wereldbank werden veel subsidies op eerste levensbehoeften, onderwijs en gezondheidszorg afgeschaft. Onder het burgemeesterschap van Murillo trad in Nandaime de status-quo in. Alle plannen van zijn voorganger om de gemeente te ontwikkelen werden in de ijskast gezet. Zijn grootste bijdrage aan Nandaime was de bouw van een pompeuze fontein in het park voor het gemeentehuis. Voor VIVOS was hij lange tijd onbenaderbaar. Bij afspraken om hem te bezoeken bleek steevast dat hij voor overleg in de hoofdstad Managua verbleef. In tegenstelling tot zijn voorganger had hij geen interesse in overleg over ontwikkelingsprojecten in zijn gemeente. Als gevolg hiervan ontwikkelde VIVOS contacten met z.g. NGO’s, non-gouvernementele organisaties, zoals het Vrouwenhuis en de bibliotheek, en later ook het Centro Communitario en Nochari, die allerlei projecten opzetten voor de bevolking van Nandaime. Met Murillo was slechts nog contact over het project van de straatstenenfabriek. Ook hij was niet in staat de fabriek een doorstart te geven. In 1993 moest VIVOS dit project wegens gebrek aan belangstelling van de burgemeester afsluiten. Na de verkiezingen van 1996 kwam Alberto Larios Morales terug als burgemeester. Hij trof een lege gemeentekas aan. Zijn voorganger Murillo was in menig geldschandaal gewikkeld geweest. Hij had vele leningen afgesloten en vervolgens niet terugbetaald. Larios nam wederom de ontwikkeling van Nandaime onder handen. In de landelijke regering hadden de Liberalen onder leiding van president Aleman de macht. Onder buitenlandse invloed werd ook het overheidsapparaat gedecentraliseerd. De gemeenten kregen meer bevoegdheden overgedragen, maar geen bijbehorende middelen, ondanks de instelling van een (bescheiden) gemeentefonds. Net als andere gemeenten bleef Nandaime afhankelijk van buitenlandse fondsen en donoren. Daarmee konden af en toe meer straten geplaveid worden of enkele andere projecten gerealiseerd worden.

De gemeente kreeg weliswaar meer mogelijkheden om belasting te heffen, maar in Nandaime gevestigde grote bedrijven weigerden hun belasting te betalen. De buitenlandse eigenaren van de grote tomatenketchup-fabriek sloten zelfs de fabriek, verdwenen met de noorderzon, of probeerden het in Managua met een minister op een akkoordje te gooien. De gemeente Nandaime had het nakijken. Toen Larios na de raadsverkiezingen in 2000 aftrad liet hij de gemeente met grote schulden achter. Gemeenteraadsleden hadden al maanden hun toelage niet meer gekregen, de telefoon op het gemeentehuis was afgesloten, en het plaatselijke benzinestation had een proces tegen de gemeente aangespannen vanwege een onbetaalde rekening. Zijn opvolger Said Zavala kon weer van voren af aan beginnen om de gemeentekas te vullen.

VIVOS heeft in de afgelopen 15 jaren weliswaar contacten onderhouden met het gemeentebestuur van Nandaime, maar op enige afstand. Het bleek dat particuliere organisaties veel beter in staat waren om projecten te realiseren dan de gemeente. De ervaringen met de straatstenenfabriek hadden duidelijk gemaakt dat de gemeente geen echte invloed en daadkracht had om de fabriek een doorstart te geven.

Toen in 1996 de gemeente vroeg om steun bij de organisatie van de afvalinzameling, de aanleg van een gecontroleerde vuilnisstortplaats en de inning van de afvalstoffenheffing was VIVOS zich ervan bewust dat het gemeentebestuur niet krachtig was en nog steeds weinig armslag had.

Wel waren er deskundige ambtenaren in dienst, die geacht werden het project te kunnen uitvoeren en begeleiden. Maar ook hier bleek in de praktijk dat er vertraging optrad als gevolg van allerlei organisatorische problemen bij de gemeente. Al was het maar omdat de betaaldiscipline van de burgers niet groot was. De gemeente was niet bij machte om de burgers te laten betalen. Er was geen drukmiddel, zoals bij drinkwater en electriciteit.

Er zou nog veel meer te vertellen zijn over de relatie met de gemeente Nandaime, maar dat zou een veel langer artikel betekenen. In het bestek van de serie ’15 jaar VIVOS’ moeten we het hierbij helaas laten.

Wittejassen voor Nocharí

Nicaragua staat al heel veel jaren in de belangstelling in Nederland. Er is ook nog steeds heel veel werk te verzetten, waarvoor organisaties in Nicaragua zelf zich met hulp van stedenbandgemeenten inzetten. Ook wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid studenten uit Nederland stage te laten lopen bij allerlei projecten op technisch of landbouwkundig gebied.

In Nandaime werkt de organisatie Nochari op het terrein van de volksgezondheid.

Er zijn drie medische consultatiebureaus op het platteland van Nandaime die door medewerkers van Nochari worden geleid. Ze bevinden zich in drie verachillende dorpen van Nandaime: Monte Grande Orienral 2, Pedro Joaquin Chamorro en Los Aburtos. Iedere maand kunnen in de behandelpraktijken 120 mensen behandeld worden. In het kader van gezondheidsbevordering en -voorlichting worden ook projecten opgezet om medicinale planten door de bevolking te laten kweken, te verwerken en te verkopen.

VIVOS was via e-mail al op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van twee Nederlandse stagiaires in Nandaime. Onlangs werd VIVOS gebeld door de moeder van een van hen. Zij vertelde dat zij binnenkort op bezoek zou gaan in Nandaime, samen met een vriendin. Na hen zouden de vader en broer ernaartoe gaan. In overleg met haar dochter had ze bedacht dat zij misschien wel aan witte (dokters)jassen zou kunnen komen, waaraan dringend behoefte bestond.

Via de website van VIVOS was ze op het spoor gekomen van de stedenband Diemen – Nandaime.

In korte tijd is het VIVOS gelukt – met name door de inzet van een van de leden – hiervoor de medewerking van een groot academisch ziekenhuis te verkrijgen. Het resultaat is dat ruim dertig witte jassen en een aantal witte broeken de bagage vormen van de diverse familieleden en de vriendin (die ook nog had aangeboden een week van haar vakantie te willen besteden aan het naaien van jassen!)

De namen van de stagiaires luiden Linda Herb en Marloes van Beek. Zij zijn derdejaars studenten aan de Tropische Landbouwhogeschool in Deventer. Hun stage duurt vijf maanden.

VIVOS wenst hen nog een goede tijd in Nandaime toe en hoopt op een interessant artikel voor een volgende nieuwsbrief!